Afgelopen week is er weer een tweeling geboren bij de Lakenvelder koeien die sinds 12 april lekker in de wei staan te grazen! En wel een stier-vaars tweeling, dus zowel een mannetje als een vrouwtje. Maar bij 92% is het vaars kalf een kween. Wat is dat? En hoe komt dat?
Een kween is een onvruchtbaar vaarsje dat geslachtskenmerken van beide geslachten zal bezitten. Kwenen komen niet alleen bij runderen voor, maar ook bij varkens, schapen en geiten. Dit fenomeen ontstaat tijdens de dracht van (in dit geval) de koe waarbij bloedbanen met elkaar in contact komen en bloedcellen worden uitgewisseld. Bij stier-stier of vaars-vaars tweelingen is dit geen probleem, maar bij een stier-vaars tweeling brengt dit complicaties met zich mee.
Elk organismen is opgebouwd vanuit cellen die elk hun eigen taak hebben. De meeste cellen bevatten een kern waar chromosomen in zitten. De dragers van de genen of erffactoren die onderanderen het geslacht bepalen (X en Y chromosomen). Het vrouwelijke geslacht bevat een paar van twee gelijke X-chromosomen (XX) en de mannelijke van beide 1 (XY). Bij de voortplanting splitsen chromosomenparen zich op, maar door versmelting van zaan- en eicel worden er weer paren gevormd. Het vrouwtje levert de X, het mannetje de X of de Y, waarbij het geslacht wordt bepaald.
Bij stier-vaars tweelingen zal bij het vaarskalf (normaal XX) in meeste gevallen ook Y-chromosoom kunnen worden aangetoond en wordt er gesproken van XX/XY chimerisme: cellen met verschillende genetische achtergronden die voorkomen in één enkel individu. En dit veroorzaakt onvruchtbaarheid en noemen we een kween.